Talentontwikkeling podiumkunsten Limburg

Interviewportret Germaine Sijstermans

Luisteren naar wat er is

2017 HEIM | 2017 Abstrusity, for shapes and sounds (onderzoek) | 2018 Muzieklab-residentie Intro in Situ | 2019 Betula

 

Germaine Sijstermans: “Als ik na mijn master in Rotterdam niet weer in Limburg was gaan wonen, weet ik niet of ik was gaan componeren. Anderen vinden New York inspirerend, maar ik zou daar niks voortbrengen. Ik heb fysiek ruimte om me heen nodig om vrij te kunnen denken.

In 2014 kreeg ik als vers afgestudeerd klarinettist de kans om bij Intro in Situ nieuwe werken uit te proberen. Vaak componeerde iemand anders iets voor me. Totdat ik dacht: het is oneerlijk als ik weer iemand vraag om iets voor me te schrijven met allerlei specifieke eisen. Toen ben ik voorzichtig begonnen met componeren en uiteindelijk kreeg ik van VIA ZUID en Intro de kans om me te ontwikkelen van uitvoerend musicus tot scheppend maker van muziek die invloeden draagt vanuit o.a. 20e-eeuwse componisten zoals Morton Feldman en John Cage, maar ook vanuit de laatmiddeleeuwse polifonie uit de lage landen en Japanse gagaku hofmuziek.

Uiteindelijk rondde ik mijn traject af met Betula: een compositie die samengesteld is uit verschillende werken die ik tijdens toonmomenten presenteerde. In Betula kom je als toeschouwer in een ruimte waarin draden haast onzichtbaar de ruimte doorkruisen. Daardoor wordt ook het publiek opgedeeld: stoelen staan verspreid door de ruimte en ook de musici zitten verspreid. Dan begint de muziek. Er vallen stiltes en ineens hoor je wat buiten gebeurt. Of de geluiden van je lichaam. Of de geluiden die bij het bespelen van een instrument horen: gekras, adem. Iemand die niet weet wat te verwachten, zal misschien het inzetten van een melodie met begeleiding in de gebruikelijke zin missen, maar die gedachte gaat ook weer voorbij, totdat de beleving van de klanken een staat van zijn wordt. En ineens zie je andere dingen en ervaar je de ruimte anders, doordat het licht – zonder dat je het in de gaten had – veranderd is.  En dan opeens is er een stilte in de muziek. Dat heb je al een aantal keer meegemaakt, maar nu blijft het stil en gaan de geluiden van buiten steeds meer opvallen. En ineens zie je: de muzikanten hebben hun instrumenten neergelegd. Iedereen zit, luistert naar wat er is.
Wat mij hierin raakt, is dat stilte op zo’n manier in die muziek verwerkt is dat je een andere manier van concentratie aanneemt. Een concentratie die vergelijkbaar is met de ervaring van onderdompeling in de schijnbare stilte in de natuur, die ik prettig vind.

Doordat de Nieuwe Makersregeling is toegekend kan ik de komende jaren in samenwerking met Intro het beeldende aspect van mijn werk ontwikkelen, zodat dat gelijkwaardig wordt aan de muziek. Uiteindelijk streven we naar een kleine museumtour, waarbij een installatie langere tijd op een plek blijft. Daar is doorlopend muziek te horen, maar zo nu en dan zijn er ook live-uitvoeringen. Daardoor is de beleving iedere keer anders.

VIA ZUID-maker zijn betekende voor mij: tijd krijgen. In de eerste plaats om het scheppende proces te onderzoeken, want: hoe verloopt een proces als je een idee hebt waarin muziek én licht in een installatie samenkomen die op een bepaald moment af moet zijn, omdat er een publiek komt kijken? Tijdens de residentie bij Intro verkende ik verschillende manieren om aan een idee te werken.
Daarnaast gaf het traject me de tijd om de combinatie van beelden en muziek te onderzoeken. Ik kon experimenteren met het materiaal waarmee ik werk (draden) en mijn kennis kon verbreden. Ook de inhoudelijke coaching van beeldend kunstenaars Marcus Kaiser, Joachim Eckl, Rasha Ragab en Christoph Nicolaus, en componisten zoals Michael Pisaro, Jürg Frey en Antoine Beuger was heel waardevol.
Het realiseren van tussentijdse toonmomenten bij Intro en Cultura Nova was essentieel om de combinatie van beeld en muziek te toetsen en te herzien wat in de praktijk niet werkt. Zonder die toonmomenten waren mijn stukken ideeën op papier gebleven. Bovendien: zonder VIA ZUID was ik niet in de financiële positie geweest om muzikanten te betalen. Dat hoort ook bij een fair practice.
Ten slotte heeft het traject bijgedragen aan mijn positionering als componist.
Het is heel lastig om alleen van het componeren te leven, dus hoe vind je de juiste balans tussen scheppend werk en ander werk? Door met mijn coaches te spreken kreeg ik waardevolle inzichten in de wijze waarop anderen hun weg vinden in het werkveld. Aan mijn eigen positionering en profilering hebben de vele uitvoeringen bijgedragen: ik heb nu materiaal (opnames, foto’s) om online vindbaarheid te creëren die bijdraagt aan mijn zichtbaarheid.”

 

Tom Swart, artistiek directeur Intro in Situ: “Germaines werk vind ik interessant: de andere aanwezigen, de installatie, het minimale licht en de klanken zorgen er samen voor dat je – als je het toelaat – in een andere staat van zijn komt. Maar de vraag is: waar lukt dat het best?

Door in heel verschillende ruimtes te werken, ontdekte Germaine dat een reguliere muziekzaal veel te lawaaierig was: tussen het getik van lampen en het gezoem van de koeling viel haar muziek helemaal weg. Toen ze op Cultura Nova in vier lege winkelpanden in het Maankwartier speelde, klopte alles ineens: in een non-invasieve, museale setting, komt haar verstilde werk geheel tot zijn recht.  Daarom vervolgden we dat pad tijdens de Gaudeamus Muziekweek (Utrecht) en November Music (Den Bosch), waar ze in galerieën speelde. Ook vanwege het publiek dat daar te vinden is – publiek dat het gewend is om op een andere manier te kijken – past haar werk daar goed. Gaandeweg leerde Germaine zo hoe haar werk zich verhoudt tot de ervaring van het publiek, wat ze van haar publiek verwacht en hoe ze dat communiceert.

 

Dit interview werd begin 2020 gehouden door Annet Bremen (schrijfster en voormalig VIA ZUID-maker) als terugblik op de periode dat Germaine maker was binnen het Muzieklab van Intro in Situ en VIA ZUID. Het verscheen ook in ons Jaarverslag 2019.

page.php